Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

288 Israël droevigste dag is weer voorbij – zonder aanval van Iran

15/08/2024 Column

In de loop van de vorige week, toen de aanval van de Iraanse ayatollah’s en Hezbollah uitbleef, begonnen sommigen van ons te vermoeden: het gaat wéér op een joodse gedenkdag gebeuren! Dat te meer als je bedenkt dat de aanval van 7 oktober 2023 precies samenviel met Sj’mini Atzèret, de ‘laatste, grote dag’ (Joh. 7:37) van het Loofhuttenfeest, direct gevolgd door Simchat Torah, ‘Vreugde der wet’. Deze laatste is een van de vreugdevolste dagen van het joodse jaar, zoals Tisja be’Av de droevigste dag van het joodse jaar is. Jom Kippoer, Grote Verzoendag, is de ernstigste dag, Tisja be’Av de droevigste dag. Dit jaar begon Tisja be’Av op maandagavond 12 augustus en eindigde op dinsdagavond 13 augustus.

Tisja be’Av betekent ‘negende [dag] van [de joodse maand] Av’. Op (of omstreeks) die dag werd in 586 v.C. de tempel van Salomo verwoest door de Babyloniërs, en werd in 70 n.C. de tempel van Herodes verwoest door de Romeinen. Dat is honderdmaal erger dan dat een schitterende historische christelijke kerk verwoest zou worden, want zonder die prachtige kerk zou het christendom toch gewoon kunnen doorgaan. Maar de religie van Israël kan, als de tempel verwoest is, niet gewoon doorgaan omdat er geen offers meer gebracht kunnen worden. Christenen hebben er vaak geen idee van wat dat voor de vrome Jood betekent: een Pèsach zonder Paaslam, een Jom Kippoer zonder de zondoffers, enzovoort. Daarom bidt de vrome Jood elke dag dat de tempeldienst toch zo spoedig mogelijk hersteld mag worden; en hij weet heel goed dat daartoe eerst de komst van de Messias en het herstel van de tempel moeten plaatsvinden (zie vooral Zach. 6:12; Ezech. 40-44).

In de latere geschiedenis van het joodse volk hebben nog allerlei andere rampzalige gebeurtenissen plaatsgevonden die op Tisja be’Av herdacht worden, zoals (volgens de Juliaanse kalender, die gold tot 1582):

(a) De vreselijke massaslachtingen die ‘christenen’ op Joden gepleegd hebben tijdens de Eerste Kruistocht (1096-1099 n.C.), en wel in Rijnsteden als Keulen (Köln), Worms, Spiers (Speyer) en Mainz (tegen de 10.000 joodse slachtoffers). Tisja be’Av was in 1096 op 6 augustus; negen dagen later begonnen de moordpartijen.

(b) Op 18 juli 1290 (dat is Tisja be’Av) werden de Joden verdreven uit Engeland. (Nederland behoort tot de weinige Europese landen waaruit de Joden nimmer verdreven zijn.)

(c) Op 22 juli 1306 (een dag na Tisja be’Av) werden de Joden verdreven uit Frankrijk.

(d) Op 31 juli 1492 (twee dagen vóór Tisja be’Av) werden de Joden massaal verdreven uit Spanje en Portugal, wat wederom tot onnoemelijk veel joodse slachtoffers heeft geleid.

(e) De Eerste Wereldoorlog begon op 1 augustus 1914; dat was wederom op Tisja be’Av; tijdens die oorlog vonden er meer dan vierhonderd pogroms in Oost-Europese landen plaats, die opnieuw duizenden joodse slachtoffers hebben gemaakt.

(f) Op 2 augustus 1941 (Tisja be’Av) gaf nazi-baas Heinrich Himmler namens de Duitse nazi-partij officieel toestemming tot de Endlösung, het plan tot totale uitroeiing van het joodse volk.

(g) Op 22/23 juli 1942 (Tisja be’Av) besloten de nazi’s tot de eerste deportaties van Joden naar de vernietigingskampen, wat uiteindelijk tot bijna zes miljoen joodse slachtoffers zou leiden.

Deze keer, op 13 augustus 2024 (alweer op Tisja be’Av), waren de grootste vijanden van Israël opnieuw uit op de vernietiging van Israël (en ze zijn dat nog steeds). Die vijanden zijn de Iraanse ayatollah’s (niet per se het Iraanse volk!), Hezbollah (de zogenoemde ‘partij van Allah’ in Libanon, die leeft van de haat tegen Israël), de Houthi’s (Jodenhaters in Yemen; hun slogan luidt: Al-lanah ala’l Jahoed, ‘Vervloekt zijn de Joden’), die alle drie Israël zouden willen aanvallen ter ondersteuning van Hamas, een bende van de fanatiekste Jodenhaters onder de Palestijnen. Zij doen dat omdat Israël de politieke leider van Hamas, Ismail Haniyeh, op 31 juli 2024 zou hebben omgebracht (wat Israël trouwens nooit bevestigd heeft). Dat zij op Tisja be’Avuiteindelijk toch niet hebben aangevallen, zal vooral te danken zijn aan de enorme druk die westerse mogendheden op Iran hebben uitgeoefend.

De Jerusalem Post vermoedde het al op 2 augustus: Iran is van plan Israël aan te vallen op Tisja be’Av, de dag die voor Israël sedert vele eeuwen zo vaak de grootste ramspoed met zich mee heeft gebracht. Op die dag moet de Jood 24 uur lang vasten; hij is dan in diepe rouw gedompeld. Ik heb het zelf meegemaakt toen ik, jaren geleden, op Tisja be’Av Joden letterlijk zag huilen bij de Klaagmuur te midden van de honderden treurenden die daar verzameld waren. Nogmaals: geen dag is voor de Jood droeviger dan deze dag – mede doordat Israël beseft dat, zolang de Messias niet is teruggekomen, er elk jaar op of omstreeks deze dag nieuwe rampen op volk en land kunnen neerdalen. Arabische media hebben de laatste dagen de verwachting uitgesproken: op deze bijzonder dag zal de hele islamitische wereld mogen weten dat ‘Israël kwetsbaar is voor vernietiging, net zoals de Joden dat in de geschiedenis steeds weer geweest zijn’.

Hoe dan ook, als de Israëlhaters op Tisja be’Av 2024 inderdaad hadden aangevallen, had dat onmogelijk als een echte verrassing kunnen komen. Iedereen die Israëls geschiedenis een beetje kent, weet dat het steeds weer op of omstreeks Tisja be’Av kan gebeuren, zolang de Messias nog niet gekomen is. Maar die kenners van Israëls geschiedenis weten ook dat Gods oude volk die aanvallen steeds weer overleefd heeft. Die rampspoeden zijn de onontkoombare mijlpalen op weg naar het Messiaanse rijk, wanneer het eindelijk vrede en gerechtigheid zal worden, zowel voor Israël als voor de hele wereld. Mochten nog vele Joden hun harten openen voor de aanstaande Messias, die zal neerdalen op de wolken des hemels. En mochten nog vele christenen hun ogen en harten openen voor de woorden die de aloude profeten al lang geleden over Israël hebben uitgesproken.