Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

285 Wie maakt er ziek: God of de duivel?

14/05/2024 Column

God maakt ziek

Volgens bepaalde charismatici maakt God nooit mensen ziek, maar is het de duivel die dit doet. Dat is onjuist. Even onjuist is de bewering dat God niet wil dat een gelovige ooit ziek is (en dat, als het toch gebeurt, het diens eigen schuld is). Volgens de Bijbel is God vaak wel degelijk de rechtstreekse veroorzaker van ziekte; en zelfs als Hij het niet rechtstreeks is, gaat er toch geen enkele ziekte buiten Hem om (vgl. dit principe in Matt. 10:29). Voorbeelden:

* ‘Wie heeft de mens een mond gegeven, wie maakt stom of doof, ziende of blind; ben Ik het niet, de Here?’ (Ex. 4:11). Hier gaat het om Mozes, die ‘zwaar van tong’ was.

* ‘… de kwalen…, die Ik de Egyptenaren opgelegd heb’ (Ex. 15:26). 

* Het is God die ziekten over zijn volk brengt als het van Hem is afgeweken (Deut. 28:59-61; 29:22; 32:24; Jer. 16:4).

* ‘Ik dood en doe herleven, Ik verbrijzel en Ik genees’ (Deut. 32:39).

* Het was God die het onschuldige kind van David en Bathseba ziek maakte om hen te straffen (2 Sam. 12:15).

* Het was God die Jerobeams zoon Abia ziek maakte, terwijl Hij juist ‘iets goeds’ in dit kind gevonden had (1 Kon. 14:1, 5, 13). 

* Elisa lag ziek aan de ‘ziekte waaraan hij zou sterven’ – maar werd nog steeds machtig gebruikt door God (2 Kon. 13:14-19).

God maakte de boosaardige koning Joram ziek met een ziekte waaraan deze overleed (2 Kron. 21:15, 18-19). 

* Zelfs als de ziekmakende persoon de duivel is, kan dit toch onder toelating of zelfs opdracht van God gebeuren: ‘De Here zei tegen de satan: Zie, laat al wat hij bezit, in jouw macht zijn; alleen tegen hemzelf mag jij je hand niet uitstrekken. Job zei dan ook terecht: ‘De Here heeft gegeven, de Here [ niet; Satan] heeft genomen, de naam van de Here zij geloofd’ (Job 1:12, 21). Job is inderdaad ziek geworden (2:6-7), maar niet omdat hij zo’n erge zondaar was, zoals zijn vrienden suggereerden. Wel is hij daarvan later gelukkig ook weer genezen.

* ‘God verwondt en Hij verbindt, Hij slaat en zijn handen helen’ (Job 5:17-18).

* ‘Ik ben de Here, (…) die het heil bewerk en het onheil schep’ (Jes. 45:6-7). 

* De Here zond koning Hizkia een ziekte waardoor Hij hem (volgens Jesaja’s woorden) wilde wegnemen (Jes. 38:1, al kreeg hij dan uitstel). 

* ‘Geschiedt er een ramp (of: onheil) in een stad zonder dat de Here die bewerkt?’ (Amos 3:6b). 

* ‘En onmiddellijk sloeg een engel van de Heer hem [= koning Herodes], omdat hij God niet de heerlijkheid gaf; en hij werd door wormen gegeten en stierf’ (Hand. 12:23). 

Ouderdomskwalen

Vergelijk ook de gewone ouderdomsziekten, die behoren tot het natuurlijke verloop van het aardse mensenleven (al treden ze lang niet altijd op; vgl. Deut. 34:7):

* ‘Toen Isaäk oud geworden was, werden zijn ogen zo verzwakt, dat hij niet zien kon’ (Gen. 27:1).

* Aartsvader Jakob werd op hoge leeftijd ziek (Gen. 48:1) en is aan die ziekte blijkbaar gestorven – terwijl hij zich toch in een hoog-geestelijke toestand bevond, zoals blijkt uit zijn aanbidding van God en zijn geïnspireerde profetieën (Gen. 47:31; 48:15-16, 20; 49:1-28).

* Koning David kon in zijn ouderdom niet meer warm worden (1 Kon. 1:1).

* De tachtigjarige Barzillai, vriend en metgezel van David, had zijn reuk- en smaakzin en gehoor grotendeels verloren (2 Sam. 19:32, 35).

* De oude profeet Ahia kon niet meer zien – maar hoorde nog steeds het woord dat de Here tot hem sprak (1 Kon. 14:4-6).

Voor zover we weten waren dit allemaal mannen Gods, ondanks hun ouderdomskwalen. Alleen al om die reden moeten we heel voorzichtig zijn te beweren dat God nooit ziekte bij gelovigen wil. Soms wil Hij die ziekte namelijk wel degelijk, en wel simpelweg om zijn kind tot zich te nemen. In dat geval gaat het om ‘ziekte tot de dood’ (vgl. Joh. 11:4). Wat niet wegneemt dat God soms ook ziekten geneest – zelfs bij bejaarden – die normaliter tot de dood zouden leiden. 

Dat ook gelovigen wel degelijk ziek kunnen worden zonder dat van aanwijsbare zonde sprake is (en dus ook zonder dat we er de duivel bij hoeven te halen), zien we uit de volgende voorbeelden (waar trouwens ook steeds genezing volgde):

* Lazarus (Joh. 11) stierf aan een ziekte, maar werd daarna door Jezus opgewekt. 

* Saulus (Hand. 9:8-18) werd bij zijn bekering met blind geslagn, maar werd daarna door middel van Ananias genezen.

* Dezelfde, nu als Paulus, kwam tot de Galaten ‘in lichamelijke zwakheid’, en is daar blijkbaar naderhand van genezen (Gal. 4:13-15).

* Aeneas (Hand. 9:32-34) was een van de ‘heiligen’ in Lydda, maar raakte verlamd; hij werd door middel van Petrus genezen. 

* Dorkas (Hand. 9:36-41), die uitdrukkelijk een ‘discipelin’ genoemd wordt, stierf aan een ziekte, maar werd daarna door middel van Petrus opgewekt. 

* Eutychus (Hand. 20:9-10), die behoorde tot de gemeente te Troas, stierf door een val uit het raam en werd door Paulus opgewekt. 

* Epafroditus (Fil. 2:26-27), een vriend van Paulus, werd doodziek, maar genas daarna (blijkbaar op natuurlijke wijze, hoewel Paulus vaak wondergenezingen verricht had). 

In het Nieuwe Testament vinden we verder nog twee gelovigen van wie we zeer beknopt lezen dat zij ziek waren zonder de vermelding hoe het hun verder vergaan is: 

* Timotheüs moest ‘een beetje wijn’ gebruiken om zijn maag en zijn ‘veelvuldige zwakheden’ (1 Tim. 5:23) (hij werd niet verwezen naar een of andere genezingsbediening).

* Trofimus werd door Paulus ‘in Milete ziek achtergelaten’ (2 Tim. 4:20), blijkbaar zonder dat deze iets voor hem had kunnen doen. 

Conclusie: laten we ophouden met zulke goedkope slogans als ‘de duivel maakt ziek – God geneest’. Ze zijn gewoon niet waar.