290 Een nieuwe serie over Bijbelse profetieën: waarom is dat nodig?
Het komende seizoen hoop ik in Waddinxveen acht maandelijkse lezingen te houden over de toekomst van de wereld in het licht van de Bijbelse profetieën. Aanstaande vrijdag [dit was 20 sept. 2024] staat mijn eerste lezing over ‘Het verleden van ‘Israël’ op het programma. Lezingen houden over de Bijbelse profetieën is geen sinecure. Ik bedoel: er kunnen heel wat brokken in gemaakt worden. Veel te vaak worden op sensationele wijze bijbelteksten uit hun verband gerukt en op concrete gebeurtenissen in het heden toegepast.
Een berucht voorbeeld was de val van de Twin Towers in New York op 11 september 2001 door toedoen van extreme moslims. Onmiddellijk waren er lieden die beweerden dat dit de vervulling was van Jesaja 30:25, dat spreekt over ‘de grote slachtpartij, wanneer de torens vallen’. En vandaag zijn er lieden die graag willen vaststellen of de Antichrist al verschenen is. Zou het Poetin zijn? Of Trump? Of Khamenei?
Dit is niet de manier waarop ik de geplande bijbellezingen wil houden. Ik hoop duidelijk te maken vanuit welke algemene uitlegkundige startpunten ik naar de Bijbelse profetieën wil kijken, en dan proberen de grote lijnen daarin te ontdekken. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat ik de Bijbelse profetieën in het algemeen letterlijk neem (afgezien van duidelijke beeldspraak). Dat betekent vooral dat ‘Israël’ in de profetieën betrekking heeft op het Bijbelse etnische Israël, en ‘Jeruzalem’ op het letterlijke Jeruzalem. Dat lijkt nogal vanzelfsprekend, maar voor rooms-katholieken en traditionele protestanten (anglicaans, luthers, calvinistisch) is het dat helaas helemaal niet. Zij lijden aan het supersessionisme (ook vervangingstheologie genoemd), dat beweert dat de Kerk het ‘nieuwe Israël’ is. Dat is niet alleen volstrekt ongegrond (zoals ik met name in mijn boek Het Israël van God tot in de details heb beargumenteerd), maar is ook een voedingsbodem voor heel veel antisemitisme geweest door de hele kerkgeschiedenis heen (vanaf de 4e eeuw tot nu toe).
De lezingenserie begint dan ook met maar liefst drie lezingen over Israël. Dat is geen wonder: als volk van God vormt Israël het hart van de Bijbelse profetieën (die trouwens ook geschreven zijn door Israëlieten). Alle geschreven profetieën in de Bijbel lopen uit op de wederkomst van de Messias (de Gezalfde Koning van Israël) op de Olijfberg (vanwaar Hij ook in Handelingen 2 ten hemel was gestegen) en de oprichting van het Messiaanse rijk van vrede en gerechtigheid, niet alleen voor Israël, maar voor de hele wereld.
In mijn boek Dit geloof ik heb ik betoogd dat christendom in zekere zin ‘vervuld jodendom’ is. Het is meer dan dat, maar dat óók. Des te wonderlijker is het dat de Formulieren van Enigheid nauwelijks of niet over Israël spreken. Alsof het christendom aan het begin van onze jaartelling zomaar uit de lucht is komen vallen!
Dit onderwerp is zo belangrijk dat ik er drie avonden voor uitgetrokken heb: (1) het verleden, (2) het heden en (3) de toekomst van Israël. Je kunt de verschijning van de Messias en de vestiging van het Messiaanse rijk niet begrijpen als je niet begint bij (a) de beloften aan de aartsvaders (met name de landbeloften), (b) de herstelbelofte bij Mozes (zie vooral Deuteronomium 30, waar opnieuw het land centraal staat), (c) de betekenis van David en de Davidische dynastie, waaruit eenmaal de Messias zou voortkomen, die de ‘troon van David’ zal bestijgen (Jes. 9:6; Luk. 1:32-33), (d) de verschillen tussen de terugkeer uit de Babylonische ballingschap en het toekomstig herstel van Israël, (e) de betekenis van de zestien schrijvende profeten (in de tijd gerekend van Hosea via de vier Grote Profeten tot Maleachi aan toe), ook voor vandaag, en (f) de betekenis van Mattheüs 24, Romeinen 9-11 en het boek Openbaring (met name Openb. 7).
Ik zie uit naar deze lezingen en hoop daar velen van de lezers van deze column te mogen aantreffen.