Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Willem J. Ouweneel

Emeritus hoogleraar

Publicist

Schrijver

Spreker/prediker

Blog Post

286 Kunnen katholieken en protestanten werkelijk samengaan?

09/07/2024 Column

Laten we om te beginnen eens het volgende onderscheid maken:

(a) Er is (wat ik noem) fundamentele dwaalleer; om die te onderscheiden heb ik deze vuistregel: als iemand zulke dwaalleer aanhangt, kun je je oprecht afvragen of zo iemand wel behouden kan worden c.q. of je die persoon wel een christen kunt noemen. Treffende voorbeelden: de loochening van de Godheid van Christus, de loochening van de lichamelijke opstanding van Christus (was het graf leeg na zijn verrijzenis?), de loochening van de verzoenende betekenis van Christus’ kruislijden (is er verzoening met God mogelijk buiten dat kruislijden om?), de loochening van de Goddelijke inspiratie van de Bijbel. Zulke dwaalleer kan ik in de officiële leer van de RK Kerk nergens terugvinden. Samen staan katholieken en protestanten op de bodem van de Geloofsbelijdenis van Nicea.

Daarbij twee kanttekeningen:

1. Ik weet heel goed dat de RK Kerk, net als de PKN, een ‘volkskerk’ is, en dat we dus beter maar niet kunnen vragen wat velen ‘onder het gewone volk’ allemaal ‘geloven’ (of niet geloven). We moeten ons hier tot de officiële leer beperken.

2. De RK Kerk leert niet dat mensen behouden kunnen worden buiten Christus’ verzoeningswerk en Gods genade om (bijv. uit ‘goede werken’ alléén). Wie dat argument nog steeds tegen ‘Rome’ aanvoert, loopt echt een paar eeuwen achter. ‘Rome’ leert wel dat geloof pas echt geloof is als er goede werken uit voortkomen – en dat is zo bijbels als wat.

(b) Er is ook (wat ik noem) belemmerende dwaalleer; als iemand zulke onbijbelse leer aanhangt, kan hij/zij mijns inziens zeer wel behouden worden, maar de aangehangen dwaalleer is wel een belemmering voor kerkelijke eenheid. Typisch rooms-katholieke voorbeelden zijn: de leer van Maria’s onbevlekte ontvangenis, de leer van het bidden tot gestorvenen (vooral Maria en andere heiligen), de leer van het vagevuur, de leer van de transsubstantiatie, de leer van het Goddelijk gezag van de kerkelijke traditie, de leer van het pausschap (de eenhoofdige regering over de Kerk). Hoe stellen sommigen zich een katholiek-protestantse eenheidskerk voor zónder dat de paus daarvan het hoofd zou zijn? Zou de PKN zich echt ooit onder de paus van Rome willen stellen? Ik doe in elk geval niet mee. Maar dat zou mij niet verhinderen om samen met echt gelovige katholieken (of lutheranen, of anglicanen) te zingen, te bidden en zelfs Avondmaal te vieren (als dat zo uitkomt).

(c) En dan is er nog de categorie van de misvattingen, die volgens de één geen, en volgens de ander wel een verhindering voor kerkelijke eenheid (kunnen) zijn. Dat is een pijnlijk onderwerp, maar het moet wel gezegd worden. Zo verklaarde Willem van Vlastuin onlangs op deze site dat hij niet in de PKN kon blijven omdat daar afwijkende opvattingen over o.a. de uitverkiezing worden getolereerd. Zo verklaarde Anton Egas onlangs op deze site dat hij vreesde niet in de Chr. Gereformeerde Kerken te kunnen blijven als daar ‘de vrouw’ in het ambt zou worden getolereerd. En dat terwijl ik de stellige mening ben toegedaan dat je over zulke zaken juist géén kerkelijke verdeeldheid zou moeten toelaten! Ik ken het antwoord van zulke broeders wel: ‘We moeten ons aan de Bijbel houden!’ Daar ben ik het hartgrondig mee eens. Maar of Van Vlastuin en Egas zich in de genoemde punten zélf aan de Schrift houden – of veeleer aan een misschien niet zo bijbelse traditie – is voor vele oprechte christenen een open vraag…

Dit soort situaties kennen we in de evangelische wereld trouwens net zo goed! Ik zou niet kunnen leven met extreme charismatici die beweren ‘dat een gelovige nooit ziek zou hoeven te zijn’ of dat elke christen ‘in tongen’ behoort te spreken, en dat je anders niet ‘vervuld bent met de Heilige Geest’.

Hier stuiten we op een ragdunne scheidslijn, die niet gemakkelijk te definiëren is, maar die wel tot onnoemelijk veel kerkelijke verwarring heeft geleid. Ga maar na: wie ondanks ‘belemmerende dwaalleer’ toch kerkelijke eenheid nastreeft, dreigt in de zonde van het liberalisme te vervallen: je staat in je kerkelijke eenheid meer dingen toe dan je voor je geweten kunt verantwoorden. Je kunt ook te veel willen, oftewel te ruimdenkend zijn. Maar wie op grond van de genoemde ‘misvattingen’ kerkelijke eenheid weigert, dreigt in de zonde van het sektarisme te vervallen: je weigert kerkelijke eenheid met bepaalde ware christenen! Je kunt ook te weinig willen, oftewel te engdenkend zijnAls ik diezelfde neiging zou vertonen, zou ik geen kerkelijke eenheid met Van Vlastuin en Egas kunnen hebben vanwege hun visies op Israël, op het verbond, op de doop, enzovoort. Dat zou ik allemaal doen met het argument: ‘We moeten ons aan de Bijbel houden!’ Maar tegelijk dreig ik dan toch net zo sektarisch te worden als zij (zijn of dreigen te worden).

Let wel: tussen (b) en (c) én tussen (a) en (b) is de scheidslijn dun. Daarom ben ik tegelijk toch heel voorzichtig met termen als liberalisme en sektarisme. Ik heb beide termen (letterlijk of inhoudelijk) al genoeg naar mijn eigen oren gehad… We moeten luisteren naar elkaar, bereid zijn continu te leren van elkaar. Ik ben trots op die PKN-gemeente die mij ooit vroeg een lezing over de doop te komen houden! (Wow, dat zoiets mogelijk is…). En ik ben trots op die pinkstergemeente die mijn ooit vroeg een lezing over tongentaal te komen houden! (Wow, dat zoiets mogelijk is…). En ik ben trots op de zeer gelovige pastoor die ooit tegenover mij toegaf dat hij over het vagevuur en de transsubstantiatie eigenlijk dacht op een manier die nauwelijks van de mijne bleek te verschillen… En tegelijk heb ik zélf altijd van gereformeerden, van pinkstermensen en van katholieken mogen leren.